Talrijke producenten van RNA-vaccinstoffen doen beroep op Polymun voor de 'formulering' (verpakking) van de vaccins. In deze hoedanigheid is het Oostenrijkse bedrijf momenteel betrokken bij verschillende bestaande projecten in de strijd tegen COVID-19. De samenwerking met het Duitse bedrijf Biontech en het New Yorkse farmaconcern Pfizer is echter een van de meest bekende.
RNA ligt aan de basis van het vaccin en wordt na levering door de producenten verpakt in 'lipide nanopartikels' of eenvoudig uitgelegd: microscopische vetbolletjes. Deze miniscule deeltjes beschermen het RNA tegen een snelle afbraak in het lichaam.
De lipiden haalt het snel groeiende Oostenrijkse familiebedrijf uit Canada en de VS, maar de knowhow over de specifieke mix van RNA en lipiden voor de ontwikkeling van het vaccin komt uit Oostenrijk. Het doel is om de COVID-19-vaccinstof met behulp van de liposomentechnologie van de firma Polymun door de celwand te sturen, zodat de stof daar volledig kan inwerken.
Het bedrijf werd opgericht in 1992 door Hermann Katinger, een van de pioniers op het gebied van dierlijke celcultuur. Naast de specialisatie op het gebied van liposomentechnologie werkt Polymun in opdracht binnen de biofarmaceutica en levert onder andere ook biotechnologische werkingsstoffen en onderzoeksreagentia.
