Nieuwe technologie als startpunt
Nieuwe materialen met verbeterde materiaal- en oppervlakte-eigenschappen zijn onderverdeeld in metalen, keramiek, polymeren, organische materialen en composieten. Ook biomaterialen en andere anorganische materialen behoren hiertoe. De sector voor nieuwe materialen is niet zozeer een aparte, duidelijk scheidbare tak van de economie als wel een concurrentiefactor die merkbaar is in een groot aantal andere sectoren.
Nieuwe materialen vormen een zeer onderzoeksintensief gebied. De interdisciplinaire ontwikkelingsdoelen zijn afgeleid van de behoeften van de industrieën waarin ze worden toegepast. De basis is de materiaalwetenschap zelf, maar ook de oppervlakte- en nanotechnologie.
De Oostenrijkse wereldmarktleider op het gebied van hoogkwalitatieve poedermetallurgische materialen maakt bijvoorbeeld producten die worden gebruikt in de automobiel- en elektronicasector, de medische sector en de lucht- en ruimtevaart.
En een wereldleider op het gebied van technologie en industriële goederen, met deskundigheid in materialen en de verwerking daarvan, levert hoogwaardige producten en systeemoplossingen van staal en andere metalen. Dit is een van de toonaangevende partners in de Europese automobiel- en huishoudapparatenindustrie en in de wereldwijde olie- en gasindustrie.
Hoogste normen
Materiaalinnovaties spelen een doorslaggevende rol bij economisch succes. Ze kunnen nieuwe markten ontsluiten. Het gebruik van nieuwe materialen gedurende de gehele levenscyclus kan ook leiden tot aanzienlijke besparingen op grondstoffen en energie.
Nieuwe materialen optimaliseren de gehele waardeketen door efficiëntieverhoging, kostenbesparing en minder vervuiling. Dat begint bij de ontwikkeling en het ontwerp, de grondstoffenbehoefte en de productie en eindigt bij het gebruik en de recycling. Vanaf de winning van de grondstoffen en de productie tot het gebruik en de recycling garanderen effectbeoordelingen de hoge kwaliteit van Oostenrijkse producten, die wereldwijd gewaardeerd wordt.
Voorbeeld polymeren
Polymeren, beter bekend als kunststoffen, zorgen nog steeds voor nieuwe ontwikkelingen en vinden nog steeds nieuwe toepassingsgebieden, bijvoorbeeld in de automobielsector. Koolstofvezelversterkte kunststoffen (CFRP’s) behoren tot de snelst groeiende nieuwe materiaalsoorten.
Het in 2002 opgerichte Polymer Competence Center Leoben GmbH (PCCL) heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot het toonaangevende Oostenrijkse centrum voor coöperatief onderzoek op het gebied van kunststoftechnologie en polymeerwetenschappen. In samenwerking met bedrijven in de kunststofindustrie en universiteiten (waaronder de Universiteit van Leoben, de Technische Universiteit Graz en de Technische Universiteit Wenen) wordt er aan innovatieve kunststofoplossingen voor uiteenlopende toepassingen gewerkt. Ongeveer 100 hooggekwalificeerde medewerkers zetten hun expertise in ten dienste van R&D-projecten voor toepassingen in de automobiel-, luchtvaart- en verpakkingsindustrie en voor thermische en fotovoltaïsche zonne-energie.
Voorbeeld melamine
Op het gebied van melamine is Oostenrijk marktleider in Europa en werelwijd nummer twee. Een nieuw product dat samen met het competentiecentrum Wood K plus is ontwikkeld, is een composietmateriaal op basis van melamine dat zelfs bij hoge temperaturen niet smelt en dat een revolutie teweeg kan brengen in de productie van geprefabriceerde huizen en ramen.
Knowhow
Omdat nieuwe materialen een uiterst interdisciplinair en onderzoeksintensief werkveld vormen, spelen specialistische opleidingen een belangrijke rol. Het betreft hier een centraal vakgebied dat een groot aantal oplossingen biedt voor maatschappelijke uitdagingen, met name voor zaken die in de toekomst alleen maar aan belang zullen winnen, zoals energie, klimaat- en milieubescherming, spaarzaam gebruik van hulpbronnen, mobiliteit, gezondheid, veiligheid en communicatie.
Tegenwoordig vormen materiaalwetenschappelijke en materiaaltechnologische onderwerpen een integraal onderdeel van studies in bijna alle ingenieurswetenschappen. Daarnaast zijn ze een onderdeel van natuurwetenschappen als fysica en chemie en in toenemende mate van de geneeskunde. Materiaalwetenschap en materiaaltechnologie zijn uitgegroeid tot het zelfstandige vakgebied materiaalkunde, niet alleen in het onderzoek maar ook in het universitair onderwijs.
De meest gerenommeerde opleidingscentra in Oostenrijk zijn:
- Montanuniversität Leoben: bachelor- en masteropleiding in materiaalwetenschap
- Technische Universität Wien (Technische Universiteit Wenen): masteropleiding in materiaalwetenschap, Institut für Werkstoffwissenschaft und Werkstofftechnologie (instituut voor materiaalkunde)
- Universität Innsbruck (Universiteit Innsbruck): masteropleiding in materiaal- en nanowetenschap